Château de Versailles, Frans voor ‘Kasteel van Versailles’, is een kasteel in het buurtschap Versailles in Frankrijk. Het licht dichtbij Parijs en is sinds 1792 het nationale museum. In Nederland is het kasteel beter bekend als Paleis van Versailles. Met ruim 10 miljoen bezoekers per jaar is dit zeker een top bezienswaardigheid.
Versailles geschiedenis
De geschiedenis van Versailles begint in de tijd van Koning Lodewijk XIII. In die tijd was het vanzelfsprekend dat mensen van adel een eigen kasteel hadden. De stad was vaak maar druk en smerig door al het zwerfaval. Mensen van adel hadden om die reden vaak een kasteel net buiten de stad. Hoewel Lodewijk XIII woonde in het Louvre, wilde hij ook een kasteel hebben buiten Parijs. In 1624 werd daarom een klein kasteeltje gebouwd in het buurtschap Versailles. Het kasteel bestaat uit gele natuurstenen en rode bakstenen.
Het kasteel is ontworpen door Philibert Le Roy en is gebouwd binnen een soort gracht zonder water. Toegang verkrijg je alleen via twee bruggen. Zijn toen was vroeger 50 hectare groot, maar is inmiddels een stuk kleiner. Het kasteel bestaat uit 700 gangen, zalen en kamers. Telt 2513 ramen, 70 trappen en ruim 500 spiegels. De dakbedding staat gelijk aan dat van 26 voetbalvelden en er hangen naar schatting 6000 schilderijen. Het kasteel is bovendien voorzien van 900 werknemers. Lodewijk was dol op zijn tuin en de natuur. Daarom verbleef hij vaak in het kasteel en liet de regering achter. De tuin is voorzien van 4 miljoen tulpenbollen, die elk jaar uit Nederland moeten komen.